Regelmatig is ‘mijn’ dorp Obdam de grap van de dag bij mijn Amsterdamse collega’s. Dat ben ik inmiddels wel gewend. Zo nu en dan komt het dorp op de werkvloer ter sprake en wordt er smakelijk gelachen over wat er allemaal wel (of juist niet) in Obdam te ‘beleven’ is. Vaak geheel willekeurig, volledig uit het niets.
Zo ook deze week. Collega A. vertelde over collega B. (nééé roddelen doen wij zeker niet…) dat zij kokosvet (?) in haar thee oplost en dit vervolgens opdrinkt. Ik moest even nadenken wat ik daar van vond (getver!) En voordat ik het doorhad, werd Obdam weer eens uit de kast gehaald. ‘Hebben ze dat ook in Opdam, kokosvet?’ Ehhh… nooit naar gezocht. ‘Je kunt het halen bij de Appie.’ Tja.. die hebben wij dus niet. Een lachsalvo volgde.
Juist ja. Blijkbaar is er nog genoeg te leren over het dorp. Want mijn collega’s kennen Obdam namelijk maar van twee dingen: 1. de Oranjepastoor. En 2. de Straatprijs (eigenlijk Dorpsprijs) van de Postcodeloterij. Ik laat het altijd maar over mij heen komen en lach gerust mee. Want ik weet ook wel dat Obdam geen wereldstad is. Toch laat ik veel over het boerenleven achterwege, om te voorkomen dat ze mij straks nog bestempelen als Provinciaaltje.
Dat achterwege laten geldt niet alleen voor dingen over het leven op het platteland. Er zijn wel meer dingen die ik op de werkvloer liever voor mijzelf houd. Al is het maar om niet steeds te hoeven horen: ‘Jij? Dat had ik nou nooit achter jou gezocht!’ Die zogenaamde ‘guilty pleasures’ hebben we volgens mij allemaal wel. Van die dingen die je graag doet, maar die anderen waarschijnlijk abnormaal vinden.
Mijn heimelijke genoegens durf ik hier best te delen. Veel van mijn collega’s lezen dit toch niet. En zo guilty zijn ze nu ook weer niet.
- Ik was vorige week op de Negenmaandenbeurs. Je weet wel: die mini-huishoudbeurs voor zwangeren en brand new moms (en dads). Het is er vreselijk druk, je loopt nog net geen enkelfractuur op door de trolleys en de meeste vrouwen komen er alleen om gratis spullen te scoren. En toch vind ik het leuk. Bovendien was de kleine jongen erg blij met z’n nieuwe stappers (nee… hij was niet mee).
- Ik heb nog nooit een aflevering gemist van Moordvrouw: die politieserie op RTL4 met Wendy van Dijk en Thijs Römer. Eigenlijk heb ik helemaal niets met Nederlandse series en films. Maar in Moordvrouw wordt zó ongelofelijk slecht geacteerd, dat je wel móet blijven kijken.
- Ik heb nog nooit één uitzending van De Wereld Draait Door gezien. Ik trek Matthijs van Nieuwkerk gewoon niet. Dat geldt overigens ook voor Wie is de Mol en Boer zoekt Vrouw (eigenlijk kijk ik bijna nooit naar iets op de Publieke Omroep. Behalve Heel Holland Bakt).
- Ik luister naar rapmuziek van Nederlandse bodem (óók van Franse bodem, maar dat terzijde). Nog steeds ken ik alle teksten van Brainpower uit mijn hoofd. En tegenwoordig staan ook Ronnie Flex, Mr. Polska, SFB en Broederliefde in mijn Deezer-playlist.
- Ik luister ook naar Justin Bieber.
Overigens denk ik dat het altijd erger kan:
- Mijn wederhelft kijkt vanaf dag 1 naar Utopia: dat SBS6 programma waarin een groep mensen in een loods 24/7 ruzie met elkaar maakt. En dat al een paar jaar lang.
- Zijn muzieksmaak is écht wanstaltig. Zijn playlist is onder andere gevuld met ‘hits’ van The Kelly Family.
Vroeger keek of las ik bewust geen films of boeken die ‘iedereen’ al kende. Ik was er zelfs een beetje opstandig in. Om die reden heb ik Matthijs dus ook nooit een kans gegeven. En kijk ik Moordvrouw in plaats van Flikken Maastricht. Maar eigenlijk houd ik mij nog steeds een beetje afzijdig van dat soort trends. Ik weet dus niet hoeveel tinten grijs er inmiddels zijn en wat voor meisje er in een trein zat. En als dat dan betekent dat ik geen idee heb wie er nu weer bij Matthijs of Eva aan tafel zat en daar dus niet over kan meepraten, dan neem ik dat voor lief. Ook als ik daardoor ‘raar’ wordt aangekeken. Ik ben liever een beetje ‘guilty’.
6 reacties op ‘Guilty pleasures’