Hello San Francisco!
Onze eerste stappen in deze stad laten nog even op zich wachten. De hond (of eigenlijk: hondje) vond namelijk een banaan in de tas van de kleine jongen. Ai… Ik had die bewust niet op het formulier aangegeven want ik dacht, daar je krijg je vast gezeik mee. Dat kregen we dus alsnog. Ik probeerde ons er nog uit te redden door te zeggen: gooi ‘m gerust weg hoor! Maar helaas. We ‘mochten’ gewoon door naar de extra safety check. Yes… Gelukkig was de dame daar erg vriendelijk (‘sooo… what did the doggy find?’) en viel het allemaal wel mee. Een banaan en drie appels armer konden we dan toch onze reis hervatten. Pff, wist ik veel dat ze in Amerika zo panisch zijn voor fruit…
Onderweg naar het hotel blijft onze volksverhuizing (lees: 2 koffers, 3 tassen, buggy, baby, speelgoed) niet onopgemerkt. Als we wat bedenkelijk onderaan een roltrap staan, biedt een Amerikaanse dame spontaan aan ons te helpen de koffers naar boven te dragen (‘I don’t want that baby to roll away..’). Echt lief! Bij aankomst in het hotel blijkt onze kamer groter-dan-groot. Er zit zelfs een keuken in en er staan twee (!) enorme bedden. We settelen ons een beetje en gaan gelijk door naar de lobby voor de gratis ‘afternoon drinks’. Ik kan je zeggen: twee glazen wijn en een tijdsverschil van -9 uur hakken er wel in. Ondertussen vermaakt de kleine jongen zich kostelijk. Die heeft een mevrouw uitgekozen die de komende minuten mag (moet!) helpen bij het bouwen van zijn toren. Na de drankjes gaan we even snel de stad in om wat te eten. Om half 7 liggen de kleine jongen en mijn wederhelft al op een oor. Ik volg een uurtje later, morgen een nieuwe dag!
Escape form Alcatraz
Na een wat onrustige nacht (de kleine jongen was van 1 tot 3 klaarwakker en volgens hem klaar om te spelen) en een ontbijtje zijn wij klaar om de stad te verkennen. We besluiten de beroemde Cable Car te laten voor wat het is (ik ga geen uur op een gammel trammetje staan wachten) en alles te wandelen. Dat valt dus niet mee in SF, want de straten zijn echt rete-steil… waarom heb ik dat nergens gelezen?! En die zwaarbeladen buggy helpt ook niet echt mee. Maar het is het allemaal waard. Lombard Street (het zig-zag-weggetje) is geinig om te zien, maar Fisherman’s Wharf is echt een dorp op zich. Een en al gezelligheid met (steengoede!) straatartiesten, leuke winkeltjes en lekkere restaurantjes. Hoogepunt van de dag was de boottocht onder de Golden Gate Bridge door en een rondje om Alcatraz. Hoogtepunt voor de kleine jongen was waarschijnlijk het gratis zakje koekjes dat hij kreeg van de bardame op de boot. ‘Because he is such a lovely kid’.
Full House
Onze derde dag in SF staat wederom in het teken van de ‘must-see’ bezienswaardigheden. We beginnen onze wandeltocht bij ‘The Painted Ladies’ in Fulton street. Voor de fans onder ons: in die straat speelde de serie Full House zich af. Daarna richting het Golden Gate Park en tot slot de brug zelf. Wie nu denkt dat deze twee zich vlak bij elkaar bevinden, heeft het mis. Het blijkt zelfs zo ver uit elkaar te liggen, dat een voorbijgangster ons niet eens de weg wil wijzen. ‘No, that’s really too far. Just take Uber.’ Overigens lijkt het met dit laatste net alsof Amerikanen niet behulpzaam zijn, maar het tegenovergestelde is waar. Ze zijn echt mega vriendelijk en willen je met alles helpen. Na een pittige wandeling van 1,5 uur komen we eindelijk aan op het mooiste punt van San Francisco. Wat een uitzicht op de brug! En voor het eerst in onze reisgeschiedenis stappen we voor de terugweg toch maar in een taxi. Een Uber, wel te verstaan.
Road trip baby!
Yes, vandaag de camper ophalen! Om 9 uur staan we klaar om ons huis voor de komende weken in ontvangst te nemen. We rijden direct naar een Target om wat spullen in te slaan, zodat we de eerste benodigdheden alvast hebben. Boodschappen doen in Amerika gaat wel even anders dan bij de Hollandse buurtsuper. Ten eerste is alles echt mega duur. Weer zoiets dat ik niet had zien aankomen. De gezonde dingen spannen helemaal de kroon. Een appel kost bijvoorbeeld gewoon 1,29 dollar PER STUK. Daarnaast is de caissière tevens je personal shopper, die in alle rust al je boodschapjes netjes ordent in een plastic tasje. Dat zijn wij Nederlanders niet gewend. Ik denk alleen maar: SCHIET OP! Na een korte rit komen we aan op onze eerste campground in Monterey. We proberen de camper aan te sluiten op de voorzieningen, maar het is toch best even wennen de eerste keer. Onze buurman (‘if you need help, ask Dennis’) voelt de onwennigheid en biedt aan ons te helpen. We richten de camper in en voelen ons daarna direct thuis. Hier kunnen we wel aan wennen!
Fish!
Eigenlijk zouden we gister een uitstapje maken, maar omdat we graag de tijd willen nemen gaan we vandaag naar het beroemde Monterey Bay Aquarium. Wie mij een beetje kent, weet dat ik in het in het buitenland meestal (zeg maar gerust: altijd) naar de dierentuin wil. Deze kans laat ik dus niet aan mij voorbijgaan. Het aquarium is bijzonder groot en mooi. Op sommige plekken lijkt het net alsof je op de bodem van de zee staat. En ook de kleine jongen vermaakt zich prima. Die hebben we lekker zijn gang laten gaan met water in de play area, speciaal voor de allerkleinsten. Na wat boodschappen en een eerste tankbeurt hebben we nog een reis van 3 uur voor de boeg. Gelukkig komen we voor het donker aan in Pismo Beach. Morgen naar Los Angeles!
Stroopwaffles in LA
We zijn vroeg op, want we willen op tijd vertrekken. In LA schijnt de zon en daar willen we zo lang mogelijk van genieten. Bij aankomst op de camping blijkt de eigenaar (zoals veel Amerikanen) een echte praatjesmaker. Als hij hoort dat we uit Nederland komen, raakt hij niet uitgepraat over het fenomeen de stroopwafel (ook wel eens verfrissend; een buitenlander die niet over coffeeshops begint). We besluiten de rest van de dag lekker op de camping te blijven. We zetten de kleine jongen in een zwembadje en wij ploffen met een boek neer aan de picknicktafel. De stad verkennen doen we morgen wel.
Hop on & off
Onze Uber chauffeur (ja, we zijn fan!) wil ons niet vervoeren zonder kinderzitje en stelt voor die van hemzelf thuis op te halen. Hij waarschuwt ons dat de terugrit ook wel eens lastig zou kunnen worden. Omdat je bij Uber willekeurig een chauffeur krijgt toegewezen, geeft hij ons zijn 06nummer en stelt voor ons vanavond weer op te halen. Off the record. Maar mét kinderstoel. Daar maken we graag gebruik van! Eenmaal in de stad aangekomen, zit ik voor het eerst in een hop-on-hop-off bus. Je weet wel, zo’n toeristische bus met open dak waarmee luie toeristen een stad verkennen. Ik vind onszelf niet lui, in tegendeel zelfs. Het liefst wandelen wij een hele stad door, zoals in San Francisco. Maar LA is anders. Groter. Massaler. Drukker. En bovenal: lang niet zo mooi. Heel bewust had ik van te voren al die busreis geboekt, zodat we in ieder geval de hotspots zouden zien. Hollywood was leuk en hysterisch en Farmers Market was genieten, zeker ook voor de kleine jongen. Verder zou je eigenlijk langer in LA moeten verblijven om meer te kunnen zien.
In the desert
We laten LA voor wat het is en vervolgen onze reis naar Joshua Tree National Park. Hoe verder we verwijderd raken van de grote stad, hoe eenzamer het op de weg wordt. Langzaam zien we het landschap veranderen in woestijnachtig gebied. Het uitzicht is adembenemend. Bij aankomst op de campground merken we direct een groot verschil met de afgelopen dagen. Wat is het hier heet! We besluiten gelijk een bezoek te brengen aan onze eerste national park. Wouw, wat is dat gaaf zeg! En zo ontzettend groot, echt indrukwekkend (klein detail: bij het entreepoortje zat helemaal niemand, dus het was zelfs een gratis bezoekje). We kijken elkaar aan en denken: hoe groot moet Grand Canyon straks dan wel zijn?
Mufasa
De kleine jongen besluit uit te slapen en dus worden we later wakker dan de afgelopen dagen. Ook wel eens fijn. Onze buurvrouw (type bouwvakker) is gearriveerd en zo op het eerste oog ziet ze eruit als iemand waar je zeker geen ruzie mee wilt krijgen… Totdat ik even later “knock-knock” hoor en ze voor de camperdeur staat met een schaal vol fruit en noten. ‘I thought you might want some breakfast’. Haha, blijkt ze toch aardiger dan we dachten. Ze komt zelfs even bij ons zitten, hoe anders kan een eerste indruk zijn… En het is nog niet klaar met de gratis gifts. Even later staat er een Nederlandse dame voor de deur die haar laatste dag met de camper heeft. Of we soms wat spullen willen hebben? Yes, please! Dat is zo leuk aan het reizen met een camper: velen zitten in hetzelfde schuitje als jij en ervaringen uitwisselen gaat vanzelf. Na het ontbijt rijden we door naar Lake Havasu. Tijdens de voorbereidingen noemden we dit gekscherend ‘Mufasa’ (de vader van Simba uit the Lion King) vraag me niet waarom. Het uitzicht is wederom prachtig en ook hier komen we bijna niemand tegen onderweg. Bij aankomst gooit de kleine jongen weer al z’n charmes in de strijd en weet zo een gratis (gloednieuwe) strandbal en zwemband te scoren. Het is bloedheet dus we duiken direct het zwembad in, even afkoelen!
Another day in paradise
Vandaag hebben we nog een dag op dit heerlijke resort. Echt fijn dat ik hier twee nachten heb geboekt. Op aanraden van de receptioniste gaan we even naar een playground in het dorpje vlakbij. ‘Very nice for that little one’, aldus de dame. Verder blijven we lekker bij het zwembad en gaan we op tijd eten bij In & Out Burger, dé fastfoodtent die we volgens onze Uber chauffeur uit LA geprobeerd móeten hebben. Ok, de burger en de frieten waren zeker beter dan die bij McDonalds (lees: verser), maar het blijft fastfood. Ik kan inmiddels geen patat meer zien… En wat dacht je van die oversized frisdrankbekers?! Morgen hebben we een langere rit voor de boeg dan de afgelopen dagen. Op naar Route 66 en Grand Canyon!
F*ing Freezing
Vanochtend vroeg uit de veren want we willen op tijd vertrekken. We gaan een stukje Historic Route 66 rijden (mede om het gemis van Highway 1 te compenseren – die is namelijk al een paar maanden afgesloten). Het duurt even voordat we de sfeer kunnen proeven, maar aan het einde bij Seligman zitten we er middenin. We stoppen bij een typisch ’66 restaurant, waar we letterlijk tussen de bikers zitten. Dit was het omrijden wel waard! Helaas belanden we daarna in een file en staan we bijna een uur stil. Godsamme, wat heb ik daar toch een hekel aan. Ik snap niet hoe mensen dit dagelijks naar/van hun werk doen (echt waar, ik zit nog liever in een stilstaande trein). Onze campground ligt in Grand Canyon National Park, supervet! Er is alleen een klein verschil met gisteren: het is echt f*ing koud!! De dame achter de receptie waarschuwt ons: ‘It’s gonna be freezing cold tonight.’
Chopper
Yeah! Vandaag gaan we een helikoptervlucht maken boven Grand Canyon. En hoe dichterbij het moment komt, hoe spannender we het vinden. Gaat de kleine jongen het wel leuk vinden? Ik heb zelf ook nog nooit in een helikopter gezeten, maar het lijkt me supervet. Na een klein protest van de kleine jongen (‘dit is niet mijn koptelefoon!’), kijken we alle drie onze ogen uit. Wauw! Er zijn eigenlijk geen woorden die de Grand Canyon volwaardig beschrijven, het is zo onwerkelijk mooi en indrukwekkend. Ondertussen is iemand op mijn schoot in slaap gevallen… lekker dan! Na de helikoptervlucht gaan we ook nog zelf het park in om de Canyon van ‘dichtbij’ te bekijken. En na een welverdiend bord spareribs (‘half size’ betekent in Amerika nog steeds reusachtig) keren we moe maar voldaan terug richting campground. Wat zullen wij lekker slapen!
Try before you die
De nacht was iets minder koud dan de vorige en we zijn weer vroeg op pad. Als je in Grand Canyon National Park rijdt, dan word je gewaarschuwd voor allerlei dieren die kunnen oversteken: koeien, paarden (met ruiter), panters (ja, echt!) en herten. Dat laatste zie je wel vaker, maar het is ons nog nooit overkomen. Tot vandaag. Terwijl ik door de gemaakte foto’s blader, hoor ik ineens “hoooo” naast me. Mijn wederhelft trapt op de rem en twee paar hertenogen kijken ons aan. Die stonden gewoon midden op de weg (vlak na een bocht) even rustig te grazen met z’n tweeën… Vandaag maken we een tussenstop in Page. Onderweg besluiten we te stoppen bij Walmart, dé winkel in Amerika waar je werkelijk alles kunt kopen. Een soort warenhuis, maar dan met slechts een verdieping. Bij aankomst in Page blijkt het plaatsje midden in Glen Canyon National Park te liggen. De omgeving is wederom adembenemend. De informatiefolder die we meekrijgen waarschuwt je voor van alles en nog wat (daar zijn ze hier dol op: vertellen wat niet mag en hoe hoog de boete/straf is als je het wel doet). Met de veelzeggende titel: ‘5 ways to die in Glen Canyon’. Ok dan…
Ruby, Ruby, Ruby, Rubyyyy…..
Na een klein opstartprobleem (er lekt water onder de camper, maar de dame aan de telefoon zegt ‘don’t worry, keep driving’) rijden we vandaag naar Bryce Canyon National Park. Onderweg komen we door Red Canyon. De naam zegt het al: we zijn omringd door roodgekleurde rotsen. Erg mooi! We verblijven bij Ruby’s Inn, waar we ook dit keer gewaarschuwd worden voor een koude nacht. Hoewel de campground een verwarmd buitenzwembad heeft, besluiten we toch een duik te nemen in het binnenbad van het naastgelegen hotel waar we gebruik van mogen maken. We zijn in de staat Utah, waar het een uur later is dan in Californië, Arizona en Nevada. Wij houden gewoon de ‘oude’ tijd aan, zodat de kleine jongen niet al te veel in de war raakt. Het wordt alleen nóg iets eerder donker…
Mr. Bryce
Mijn autocorrect denkt steeds dat ik Mr. Bruce wil typen – en hoewel ik ons poezenkind wel een beetje mis, bedoel ik natuurlijk Bryce. Want daar zijn we nu, midden in het National Park. Ervaringsdeskundigen hadden al gezegd dat Bryce (en Zion) misschien nog wel mooier is dan Grand Canyon. Ik vind dat lastig te zeggen, maar Bryce is wel echt een beauty. Als ik de foto’s terugkijk, dan lijken sommige plaatjes gewoon niet echt, zo mooi is het. De kleine jongen krijgt weer alle aandacht in de shuttlebus en mensen willen ons maar wat graag samen met hem op de foto zetten. ’s Avonds zitten we voor het in eerst in de regen, maar de gedachte dat Las Vegas nadert (waar het 30+ graden is) maakt alles goed.
Moose
Vandaag rijden we naar Zion National Park. Daar aangekomen blijkt de tunnel in het park zó smal, dat het verkeer door een park ranger gedoseerd wordt toegelaten als eenrichtingsverkeer. Het gevolg: file! Dit keer is het minder erg want omdat we al middenin het park rijden, is de omgeving super mooi. Aangekomen op onze campingplek worden we ‘opgewacht’ door twee herten die heerlijk rustig liggen/staan te grazen. Dan kijk je toch wel even raar op van zo’n ontvangstcomité… De temperatuur buiten is aangenaam warm. Ik ging er vanuit dat het hier ook wel weer koud zou zijn, maar dit is toch wel lekker! We gaan gelijk met de shuttlebus de rest van het park bezoeken. In tegenstelling tot Grand Canyon en Bryce kijk je hier omhoog, tegen de rotsen aan. Ik heb geen voorkeur, wat mij betreft zijn ze alle drie de moeite waard om te bezoeken.
What happens in Vegas…
We zijn om half 8 al onderweg voor onze laatste dagen in Las Vegas. Het is waar wat men zegt over Nevada: je rijdt uren in de woestijn zonder ook maar iets te zien en ineens doemt daar in de verte ‘Sin City’ op. Met de camper rijden we eerst naar het wereldberoemde ‘Welcome to fabulous Las Vegas’-bord. Ook rijden we de hele ‘Strip’ over, met al haar imposante hotels. Je kunt zeggen wat je wilt, maar Vegas is echt wel supervet om te zien. Op aanraden van onze Uber chauffeur uit LA brengen we een bezoekje aan het hotel Circus Circus, want dat schijnt voor kinderen helemaal het einde te zijn. Hij had gelijk. De tweede etage is een soort mega kermis in het kwadraat. De kleine jongen is dol op de knipperende lampjes en heeft de tijd van zijn leven. Op ons prachtige resort nemen we nog even een duik in het zwembad. Dit is onze laatste nacht met de camper op een campground. Morgen leveren we ‘m weer in en hebben we nog twee nachten in een hotel.
It’s getting hot in here
We willen geen tijd verliezen en om 9 uur hebben we de camper al ingeleverd. Het voelt wel een beetje gek om ineens geen ‘huis’ meer te hebben. Mijn wederhelft is soms nog op zoek naar de autosleutel, kun je nagaan hoe snel je aan iets went. Onze suite in het hotel is nóg groter dan die in San Francisco. Het lijkt wel een huiskamer! Gelukkig staat de airco aan, want buiten is het heet (volgens mijn Weeronline app is het 33 graden, maar het voelt als 43). We maken een wandeling over de Strip en komen ogen te kort. ’s Avonds gaan we nog even terug om de beroemde fonteinenshow te kijken bij het Bellagio hotel. En terwijl ik wacht tot de kleine jongen in slaap valt, gooit mijn wederhelft een paar dollars weg in het casino van het hotel. Helaas had hij minder geluk dan deze Amerikaan en zijn we nog steeds geen miljonair.
From Paris to New York
Omdat we gisteren lang niet alles hebben gezien (want: veel te warm midden op de dag), gaan we vandaag de andere kant van de Strip bekijken. Het blijft waanzinnig idioot wat je ziet: de Eiffeltoren, Venetiaanse gondels, een piramide uit Egypte en de skyline van New York. Het is er allemaal. En achterin elke hotel (of wat voor gebouw dan ook, zelfs giftshops) schuilt een casino. Zelfs aan de bar van een willekeurige kroeg kun je een gokje wagen. We gaan nog een keer naar het ‘kindercasino’, dit keer in hotel Excalibur. We sluiten de avond (en onze vakantie) af met een heerlijk Italiaans diner in ons hotel. Met z’n tweetjes. Op mijn telefoon zie ik de kleine jongen vredig slapen, dus dat zit wel goed.
#PrayforLasVegas
Het is raar wakker worden vanmorgen. Onze telefoons staan vol met appjes uit Nederland met de vraag of alles goed met ons gaat. Zodra we het nieuws aanzetten, weten we genoeg. Er heeft een afschuwelijk drama plaatsgevonden in Las Vegas gisteravond. Wij hebben er helemaal niets van gemerkt. Tussen ons hotel en de plek waar het gebeurde zit bijna 5 km en wij hebben niets gehoord of gezien. Wat een geluk. Op straat merken we wel direct verschil: hoewel het nog steeds druk is, lopen er minder mensen. Overal staan politieauto’s en overal staan agenten te surveilleren. Maar bovenal: het is stil. Het duurt even voordat we beseffen hoe dat komt. De muziek staat uit. De 24/7 herrie (want dat is het) is er niet. Geen muziek, geen opdringerige verkopers en geen schreeuwende billboardreclames. Wij maken er toch nog een mooie laatste ochtend van en gaan bij Treasure Island, Caesars Palace en het Bellagio hotel naar binnen. Vooral die laatste is echt heel mooi. Daarna richting vliegveld om te beginnen aan onze terugreis. Het zit er jammer genoeg weer op! Vlak na het opstijgen valt de kleine jongen in slaap…
Home sweet home
En dan ‘ineens’ zit het er op, ben je weer thuis en kun je weer in je eigen bed slapen (wat mij betreft het beste aan thuiskomen). De terugvlucht ging prima, we haalden zelfs ruimschoots onze overstap (ken je die scène uit de film ‘Home Alone’ waarin de familie zich verslaapt en moet rennen door het vliegveld om hun vlucht te halen? Dat waren wij dus…). Mr. Bruce is blij ons te zien en is weer wat kilo’s rijker door zijn liefhebbende verzorgers. Ik koester de herinneringen aan deze fantastische reis en ga alvast aan de slag met het fotoboek. Dat wordt weer een monsterklus…
Tot slot nog een rijtje wat ons opviel in de USA:
- Amerika is duur. Behalve als je in een afgelegen winkeltje je inkopen doet, betaal je voor alles gewoon veel geld. In San Francisco betaal je helemaal de hoofdprijs. En vergeet niet dat de prijs die je ziet, nooit de daadwerkelijke prijs is. Er komt namelijk altijd nog belasting (tax) bij.
- In Amerika is alles groot. En dik. Het eten, het drinken (nee, ik wil geen gratis refill van een liter cola), de mensen, de campers (complete woonwagens zijn het gewoon) en de verpakkingen in de supermarkt (wat moet ik met 12 keukenrollen?!).
- Amerikanen zijn best wel goede chauffeurs. In tegenstelling tot de Fransen rijden ze allemaal heel rustig en vooral, volgens de regels. Op een kruispunt heeft eigenlijk niemand voorrang: de eerste die komt, mag ook als eerste oversteken. De rest wacht gewoon netjes op elkaar. Klinkt gek, maar het werkt! In Nederland hebben we daar absoluut het geduld niet voor (behalve mijn vader, die zou de hele dag mensen voor laten gaan).
- Tijdens het eten hebben Amerikanen iets minder geduld. Zodra je klaar bent met eten, wordt je bord opgeruimd. Óók als je tafelgenoot nog lang niet klaar is. En ook de rekening wordt direct gebracht; in Nederland moet je daar soms net iets te lang op wachten.
- Gedurende onze hele reis hebben we nul muggen of ander ongedierte gezien. Wel veel wildlife: eekhoorns, herten, wasberen, stinkdieren en bijzondere vogels.
- Amerikanen zijn mega vriendelijk. Natuurlijk hoeven ze heus niet écht te weten hoe het met je gaat (= hun standaard openingsvraag), maar attent is het wel. Ze beginnen allemaal een praatje, willen van alles van je weten en zijn super behulpzaam. Gemeend of niet, daar kunnen we in Nederland echt nog wel iets van leren.
- En voor ons het allerleukste: Amerikanen lijken wel gek op kinderen. De kleine jongen heeft nogal wat complimentjes gekregen, ook van toevallige passanten. Serieus, in Nederland heeft nog geen enkele wildvreemde gezegd dat hij ‘so cute/adorable/precious/sweet is’ (ook al nadert volgens ons al bijna de ‘terrible-two’-fase….).Thanks USA, it was fun!!
Wat hebben jullie een super toffe vakantie gehad! Leuk om jullie ervaringen te lezen, echt genoten!!!
LikeGeliked door 1 persoon