Woensdag 13 september was het zover: de start van onze droomreis naar de USA! Na maanden van voorbereiden ging het dan toch echt gebeuren: 3 weken lang een roadtrip maken met een camper door West-Amerika. Aangezien ik nooit iets aan het toeval over laat (niet voor een vakantie naar Frankrijk en dus al helemaal niet voor een reis naar Amerika) was ik tot in de puntjes voorbereid: route uitgestippeld, campings geboekt, excursies betaald en volledig ingelezen in het land (dat laatste bleek al na aankomst niet zo te zijn, kom ik later op terug). Wat ik echter niet had voorzien, was ‘de eerste herfststorm van dit jaar’ die uitgerekend woensdagochtend zijn entree wilde maken. Gelukkig hadden wij hier uiteindelijk geen last van, onze vlucht ging gewoon.
Voorafgaand aan de vakantie maakte ik mij nog het meest druk over de vlucht. Als dat maar goed gaat met de kleine jongen… Want (11 uur) stilzitten is voor hem sowieso geen optie, en zo lang opgesloten zitten in een ruimte vindt niemand fijn (zijn moeder ook niet). Dus ook wat dat betreft had ik mij goed voorbereid en ingelezen in de tips van bloggers die met hun kroost de hele wereld over reizen. De complete trukendoos was aanwezig: eten, drinken, iPad vol filmpjes en cadeautjes. We hadden zelfs geoefend met het dragen van een koptelefoon en hebben filmpjes van vliegtuigen en helikopters bekeken (één blogger tipte om een korte ‘testvlucht’ met het vliegtuig te maken, maar dat vond ik nét iets te ver gaan).
Uiteindelijk hebben we maar weinig van dit alles hoeven gebruiken. De kleine jongen blijkt namelijk een voorbeeldige vliegtuigbaby te zijn. Ok, hij heeft meer dan de helft van de tijd over het gangpad heen-en-weer gerend, maar hij wist daarmee ook nieuwe vriendjes te maken (lees: een oudere dame die hem af en toe de lucht in zwiepte en een oma van 87 wiens chips hij had ontfutseld). Verder heeft hij geen kick gegeven bij het opstijgen en dalen, heeft hij gewoon meegegeten van de vliegtuigmaaltijden en heeft hij maar 2 cadeautjes geopend van de 7. Ik was trots.
Tot zover dus 1-0 voor Kamp A: de mensen die het vet tof vinden dat wij deze reis gaan maken en ons als voorbeeld zien. Want in Kamp B zitten de mensen die het maar niks vinden, zo’n verre reis met een klein kind. Want: ‘wat herinnert hij zich er nou van?’ Nou, eh… niets dus, dat klopt. Deze reis hebben we inderdaad helemaal voor onszelf gemaakt. Net zoals een vakantie in Zuid-Frankrijk dat zou zijn geweest.
Na een comfortabele vlucht (zeker ook kudos! voor mijn wederhelft) kwamen we aan op het vliegveld van San Francisco. Geloof mij: Amerika in komen duurt laaaang. Die Amerikanen willen alles vier keer dubbelchecken, daar word je echt mesjogge van. Ook het geduld van de kleine jongen raakte op, wat dit keer in ons voordeel werkte (reizen met een kind levert je overigens veel voordelen op). Blijkbaar vond de securityman het gehuil niet om aan te horen en liet ons de lange rij verlaten om direct naar een beschikbare desk te gaan. Eenmaal bij de bagageband waren we opgelucht, we konden de stad al bijna zien! Helaas bleek toen al dat ik toch niet op alles was voorbereid. Gesnuffel op vier poten gooide namelijk roet in het eten.*
Maar toen we eenmaal ‘free to go’ waren, kon het echte genieten beginnen. En dat is gelukt! We hebben de vetste dingen gezien en ook de kleine jongen heeft zich uitstekend vermaakt. Een trip maken met een klein kind is echt wel super tof, want:
- Onder de 2 jaar hoef je (bijna) niets voor ze te betalen. Geen entreegelden, niet voor (dure!) excursies en anderen willen hem maar wat graag gratis dingen toestoppen (van koekjes en chips tot een strandbal en zwemband).
- Een vliegticket kost maar een fractie van dat van jou. En nog iets: je kunt zo laat mogelijk in het jaar gaan als je wilt. Buiten de dure schoolvakanties om.
- Met een kind heb je ontzettend veel aanspraak. Misschien ligt het aan de Amerikanen, maar zo’n beetje iedereen wilde wel een praatje met hem maken. Of jou laten weten ‘how cute he is’. Dat hoor je als ouders natuurlijk graag.
- Ook in het vliegtuig zorgen andere reizigers voor entertainment voor je kroost. Kun jij ook even ‘rustig’ zitten.
- Je kunt ongegeneerd dingen doen die eigenlijk niet horen. Wat moet je anders als hij perse een kijkje wil nemen in de businessclass? Ook bij attracties heb je gewoon het recht om jezelf naar voren te wurmen. Want tja… anders ziet die kleine toch niets?
- Met een camper reizen is zeker met kinderen ideaal. Tijdens het rijden kun je gewoon bij ze aan tafel schuiven om te spelen of een filmpje te kijken en verder heb je altijd alles bij je. Ook slaapt je kroost altijd op hetzelfde plekje, wel zo fijn voor de regelmaat.
- En bovenal: je kind elke dag zien genieten van alle nieuwe indrukken is echt het mooiste dat er is.
Kortom: ik kan het iedereen aanraden die maar een beetje twijfelt of het wel verstandig is. Natuurlijk is het anders reizen dan met z’n tweeën (lees: je hebt alleen rust als hij slaapt). En nee, het loopt af en toe niet helemaal vlekkeloos (dieptepunt: een kotsend kind in de Uber taxi). Maar deze roadtrip was het meer dan waard en we hebben echt onze ogen uitgekeken. En volgend jaar gaan we gewoon weer naar Frankrijk.
*Wil je weten hoe dit afloopt? En hoe onze reis er verder uit zag? Klik dan hier op deze link om het reisverslag te bekijken. Leuk als je doorleest!
3 reacties op ‘The American Dream’