Taalpurist

Sinds een aantal maanden begeef ik mij weer actief op Twitter. Volgens mijn profiel ben ik al lid sinds 2010, toen het platform nog niet zo groot was en ik een account ‘moest’ aanmaken voor mijn werk bij een nieuwsredactie. Tegenwoordig is Twitter niet meer weg te denken uit de (online) samenleving en is het -naast een plek om ongegeneerd je gal te spuwen- een plek waar onbekenden samenkomen.
Foto flyer zonder watermerkIk vind Twitter vooral leuk tijdens het het televisiekijken en dan met name wanneer er een bizar / grappig  /onvoorstelbaar voorval is. Heel Twitter ontploft wanneer een of andere rapster Corry Konings ‘aanvalt’ tijdens Expeditie Robinson of wanneer Twan Huys zonder kaasstengels en bier zijn eerste uitzending RTL Late Night doet. Zelfs mijn wederhelft (die zo a-social media is als het maar kan) zegt af en toe: ‘kijk ’s ff wat ze op Twitter hierover zeggen!’.

Aan de andere kant is Twitter ook de plek waar je het laatste nieuws als eerste leest. Zoals tijdens de doorbraak in de zaak Nicky Verstappen of onlangs nog, tijdens het ongeluk met de bakfiets in Oss. En het was ook het medium waarop heel (on)bekend Nederland druk uitoefende in de zaak van de uitgeprocedeerde asielzoekers Lili en Howick. Die uiteindelijk tóch mochten blijven.

Maar Twitter is vooral een plek waar ik als taalliefhebber mijn hart kan ophalen. Ik volg namelijk mensen die net zo’n taalfreak zijn als ik. Die briljante woordgrappen maken, die zich druk maken om de verloedering van onze taal en die zich ergeren aan (want irriteren aan is fout!) incorrect Nederlands. Ik houd ervan.

Ik ben dol op de lijstjes / columns / blogs over verkeerd taalgebruik die deze mensen posten. Want ik herken mij zo goed in hen en in wat zij zeggen. Mensen zoals wij worden ook wel ‘taalpurist’, ‘taalpolitie’ of ‘taalnazi’  genoemd (ik weet het, die laatste is niet zo chic… maar ik heb het ook niet bedacht). Er circuleren zelfs lijstjes op internet met de titel ’10 taalfouten waar een taalnazi niet van kan slapen‘. Ik beschouw mijzelf niet als een taalnazi. Ik spreek jou niet aan op onjuist gebruik van onze taal en corrigeer je ook niet (tenzij ik aan het werk ben, dat is mijn vak). Maar mijn nekharen staan soms wel regelrecht overeind. Mijn persoonlijke allergie top-3 is als volgt:

  1. me in plaats van mijn. Brr… ik krijg er echt de kriebels van. Het is niet me moeder, me zoon, me broertje. Het is MIJN.
  2. hun in plaats van zij. Nog zo eentje. Het is zij hebben dat gedaan, zij gingen op vakantie, etc. En zeker niet hun hebben dat gedaan. Zeg nou zelf: als je het hardop voorleest, dan klinkt het toch voor geen meter?
  3. verleden tijd met dt. Hier kan ik kort over zijn: dit is gewoon nooit goed. In geen enkele zin. Op de basisschool leerde de juf ons deze afkorting (ik ben waarschijnlijk de enige uit mijn klas die dit nog weet): VTNDT. Wat staat voor: Verleden Tijd Nooit DT. Sla maar op, dan vergeet je het nooit meer.

Er zijn ook taal ‘fouten’ die minder overduidelijk zijn en waarbij het soms eerder een kwestie van smaak is wat je gebruikt. Dit heb ik bijvoorbeeld met kan/kun, zal/zullen, data, teveel, welke en alweer.

  • Met ‘je kan’ is helemaal niets mis, maar ik vind persoonlijk ‘je kunt’ mooier.
  • Ook met de woorden ‘zal’ en ‘zullen’ is in principe niets mis, maar toch zitten ze bij veel taalliefhebbers in de allergiezone. Het is gewoon lelijk. En zo passief. Want waarom kies je voor ‘het feest zal beginnen om 20.00 uur en de hapjes & drankjes zullen klaarstaan’, als je ook gewoon kunt zeggen: ‘het feest begint om 20.00 uur en de hapjes & drankjes staan klaar’.
  • ‘Data’ als meervoud van ‘datum’ wordt door veel mensen gebruikt, terwijl ik altijd ‘datums’ zeg. ‘Data’ is namelijk ook een ander woord voor gegevens en dus verwarrend.
  • Met het woord ‘teveel’ lijkt in eerste instantie niets mis, maar toch wordt het vaak verkeerd gebruikt. In de meeste gevallen moet dit namelijk los van elkaar (‘te veel’) geschreven worden. Iets is ‘te veel’ als het ‘meer dan nodig’ betekent. En het is alleen ‘een teveel’ of ‘het teveel’ als zelfstandig naamwoord. Snap je het nog?
  • Dan het woord ‘welke’. Het gebruik van dit woord als verwijswoord is hopeloos ouderwets. Waarom zou je zeggen ‘in de offerte welke wij u gisteren gestuurd hebben’, in plaats van gewoon: ‘in de offerte die wij u gisteren gestuurd hebben’? Gewoon niet meer doen.
  • En dan de laatste, het woord ‘alweer’. Ik heb daar iets mee. Of eigenlijk tegen. Het wordt vaak gebruikt in zinnen als ‘de kleine jongen is vandaag alweer 2 jaar’. Als ik dit lees, denk ik: is hij nu alwéér 2 jaar?! Je kunt toch maar één keer 2 jaar worden? Maar het klopt gewoon wat er staat. ‘Alweer’ heeft gewoon te veel (haha) betekenissen.

Wie niets met taal heeft, of het niet zo belangrijk vindt, denkt waarschijnlijk dat ik gek ben. Maar zo erg is het nu ook weer niet. Ik kan fouten echt wel verdragen. Maar dat zijn dan voornamelijk de fouten die door de kleine jongen worden gemaakt.

Met zijn 2,5 jaar is hij al best een aardige kwebbelkous. Hij kletst de oren van je kop, maar natuurlijk is lang niet alles wat hij zegt foutloos. Los van het feit dat hij zo zijn eigen woorden bedenkt / samenstelt, valt er grammaticaal ook nog wel het een en ander te leren. Zo heeft hij bijvoorbeeld het voltooid deelwoord nog niet helemaal onder de knie. Het mooiste voorbeeld: hij zegt gekoopt in plaats van gekocht. Tja… In dit geval vind ik dat natuurlijk helemaal niet erg. Wel aandoenlijk. Corrigeer ik hem dan ook niet? Natuurlijk wel. Je kunt er tenslotte niet vroeg genoeg mee beginnen 🙂

Wil je weten wat ik vind van het Engels taalgebruik op de Nederlandse televisie of op kantoor? Lees dan mijn vorige blog.

Advertentie

Een reactie op “Taalpurist

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s