Kleine schrijfster

Als klein meisje op de basisschool wilde ik later maar één ding: schrijfster worden. Schriften vol verhalen schreef ik en geloof het of niet: mijn lievelingsvak was ‘dictee’. Ook het lezen van boeken was één van mijn grootste hobby’s. Al gauw bleek ik een voorsprong te hebben met ‘begrijpend lezen’, waardoor ik extra werkboekjes kreeg. We hadden toen ook ‘niveau lezen’ en binnen no time zat ik op het hoogste niveau, 9. Ik deed zelfs mee aan de Nationale Voorleeswedstrijd! Ik hield een spreekbeurt over ‘reclame’ en wist zeker: ooit ga ik een boek schrijven. Kortom: mijn liefde voor taal en alles wat met communicatie te maken heeft, begon al vroeg.
schrijvenMet rekenen had ik dan weer helemaal niets en ik zorgde er daarom altijd voor dat ik naast die ene slimme klasgenoot zat die het wel snapte. Zodat ik af en toe bij hem kon afkijken. Helaas is dat nooit beter geworden en heb ik mij op het VWO zes jaar lang door de Wiskunde-toetsen heen moeten worstelen. Met als absoluut dieptepunt mijn eindexamen, waar ik een 3,5 (!) haalde en daarmee op een eindcijfer 5 kwam. Je mocht toen 1 onvoldoende staan voor je exacte vakken, dus die was in the pocket. Het contrast met mijn wederhelft kan professioneel gezien niet groter (hij is accountant…).

Op het VWO vond ik het vak ‘Nederlands’ helaas ook steeds minder boeiend. Ik had vooral heel weinig zin om alle verplichte kost te lezen en daar vervolgens over te moeten vertellen. Op de literatuurlijst stonden onder andere Het Gouden Ei, De Aanslag en Oeroeg. Boring. De Kleine Blonde Dood, die vond ik dan wel weer interessant. Het schrijven van verhalen bleef ik echter wel altijd leuk vinden. Ruim 13 jaar geleden had je nog ‘Hyves’ en dat bleek een prima uitlaatklep (voor de jongeren onder ons: Hyves was de voorloper van Facebook).hyvesOp Hyves had ik – naast het sturen van “krabbels” – namelijk mijn plek ontdekt voor het schrijven van blogs. En dat deed ik dan ook met veel plezier. Drie jaar lang – van 2007 tot 2010 – schreef ik over van alles wat mij toen bezig hield. En ik heb ze allemaal bewaard, kijk hier maar (pdf).

Het schrijven zat er bij mij dus al vroeg in. Dat bewees ook de bijzondere vondst die ik afgelopen weekend deed. Mijn wederhelft en ik waren de zolder aan het opruimen, toen ik een doos met oude schoolspullen tegenkwam. Er zaten onder andere plakboeken en werkstukken van de basisschool en rapporten van het VWO in. En tot mijn grote blijdschap ook een dik pakket (foto!) aan ‘boeken’ (verhalen) die ik als 13-jarig meisje schreef.

Ik heb ze (nog) niet allemaal opnieuw gelezen – wel doorgebladerd. Het was niet bepaald lichte kost waarover ik schreef: zelfmoord, pesten, racisme, homoseksualiteit, drank- en drugsverslaving, misbruik en tienerzwangerschappen. Allemaal maatschappelijke onderwerpen die nog steeds actueel zijn. Geen idee waar ik destijds (en vooral op die leeftijd) de fantasie vandaan haalde…

Mijn grote droom is altijd geweest om ooit zelf een boek (roman) te schrijven. Af en toe laait dat verlangen weer op, bijvoorbeeld wanneer ik zoals afgelopen weekend geconfronteerd word met mijn passie. Of wanneer ik lees dat een dorpsgenoot en tevens tekstschrijver inmiddels haar tweede boek heeft uitgegeven. Het probleem is alleen: ik zou niet weten waar ik moet beginnen.

Een oud-collega die ook al twee boeken op haar naam heeft staan, zei eens: “Je moet gewoon een gebeurtenis uit je leven pakken en daar een fictief verhaal van maken”. Zij had makkelijk praten: ze werkte voorheen als advocaat op de – doorgesnoven –  Zuidas in Amsterdam en verliet die heksenketel voor een heel andere baan. Goed verhaal. Maar wat heb ik dan?

Daarnaast heb ik één hobby sinds de basisschooltijd volledig links laten liggen: lezen. Ik lees alleen als ik op vakantie ben. En dan meestal de boeken van dezelfde schrijver, namelijk David Baldacci. Andere bestsellers lees ik helemaal niet. Ik heb er geen zin in en wil er ook geen tijd voor vrijmaken. Op mijn nachtkastje ligt al een paar maanden onaangeraakt het boek ‘De meeste mensen deugen’ van Rutger Bregman. Het was een cadeau van mijn werkgever en schijnt een echte eye opener te zijn. Maar het ding heeft maar liefst 472 bladzijden! Ik word al moe als ik ernaar kijk.

Mijn hobby is tekstschrijven. Al meer dan 20 jaar. En inmiddels is het zelfs mijn werk. Het leuke aan teksten schrijven vind ik dat ze steeds weer over een ander onderwerp gaan. Daardoor leer je snel en veel over allerlei zaken: van levenscoaching tot nieuwbouwprojecten, van industriële meubels tot kunstgras en van digitale gegevens uitwisseling in de zorg tot aan sporten. Ik hoop natuurlijk dat mijn teksten met veel plezier worden gelezen. En dat het de andere partij iets oplevert. Maar zelf lezen? Ik kijk de film wel, als die er is. Televisiekijken vind ik namelijk wél heel erg leuk.

Maarja… welke schrijver leest er nou niet? Hoe ga ik ooit mijn eigen boek aan de man brengen, als ik zelf niet eens van lezen houd? Of snappen hoe een boek met verschillende personages is opgebouwd. Daarnaast weet ik ook gewoon niet waar te beginnen. Hoe pak je het schrijven van een boek aan? Zo nu en dan overweeg ik om die dorpsgenoot een berichtje te sturen zodat ze mij wat advies kan geven. Maar durf dan toch niet door te zetten. Of ik ga op zoek naar verschillende hoe-schrijf-ik-een-boek-cursussen en besluit dan uiteindelijk om me toch niet aan te melden. Zo wordt die droom natuurlijk nooit werkelijkheid.

Misschien moet ik maar gewoon wachten op die allesbeslissende gebeurtenis in mijn leven. Of nog eens nadenken of er tóch niet iets van een aanknopingspuntje is – al is die maar klein. Of ik moet me gewoon niet zo aanstellen en die dorpsgenoot bellen en een cursus boeken (haha).

Of misschien heb jij een briljant boekidee?

Advertentie

4 reacties op ‘Kleine schrijfster

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s