Deze vlag zag ik vorige week vrijdag al bij school hangen. Normaal gesproken wordt deze vlag alleen na de zomervakantie gehesen, als onderdeel van de jaarlijkse campagne van Veilig Verkeer Nederland (VVN). Elk jaar belandt namelijk een complete schoolklas (in aantallen kinderen uiteraard) op de eerste hulp, omdat na de zomervakantie opvallend meer ongelukken gebeuren onder fietsende scholieren. Met de campagne vraagt VVN weggebruikers om in die periode extra alert te zijn.

Ik denk eerlijk gezegd dat de school van de kleine jongen de vlag dit keer uit pure euforie had opgehangen. Tenminste, dat zou leuk zijn. Ware het niet dat die euforie pas een dag later dan gepland kon beginnen.
Op zondagavond om 19.35 uur kregen we het bericht van school (en de peuterspeelzaal) dat ze vanwege de weersomstandigheden op maandag 8 februari gesloten bleven. 8 februari. De datum waar menig ouder reikhalzend naar uitkeek na een ‘kerstvakantie’ van bijna 8 weken. Het mocht niet zo zijn. In plaats daarvan kregen we een extra dag ‘ijsvrij’. Ik denk dat die beslissing zónder de huidige situatie niet zo snel was genomen. Vroeger, toen ik nog op de basisschool zat, moest je bijna smeken om een dagje ‘ijsvrij’. Dat gebeurde vrijwel nooit. Schaatsend naar school, dat is wat je mocht (ook leuk natuurlijk).
De kleine jongen was die zondag om 19.35 uur nog wakker. We vertelden hem dus maar direct dat hij de volgende dag niet naar school hoefde vanwege het weer. De traktatie voor zijn vijfde verjaardag, die ik de hele dag ijverig in elkaar had zitten knutselen (en geloof mij, knutselen is voor mij een hele opgave) moest een dag langer op tafel blijven staan. De teleurstelling was groot. Maar ik verzekerde hem dat het dinsdag vast goed zou komen. Gelukkig bleek dat ook het geval, anders had ik wéér iets moeten uitleggen. Is het geen code oranje vanwege een negatief reisadvies of oplopende besmettingen, dan is het wel vanwege een sneeuwstorm. Het moet niet gekker (onduidelijker) worden.
Links en rechts hoor je ook zorgen over de heropening van de scholen. Vooral onder leerkrachten. Toch hoop ik, net als vele anderen, dat ze voorlopig open blíjven. Het was tenslotte vooral een manier om te zorgen dat ouders binnenbleven en gingen thuiswerken. Kortom: onze kinderen werden de dupe van ons gedrag.
Want ik geloof echt dat kinderen, hoe jong ze ook zijn, op een gegeven moment ook ‘coronamoe’ zijn. En dat er een grens is aan hoeveel zij kunnen hebben. Ik las laatst een column van een huisarts in De Volkskrant over het effect van de lockdown op kinderen. Eén citaat raakte wat mij betreft precies de juiste snaar: “Als we ouderen niet met dor hout mogen vergelijken, dan moeten we stoppen met kinderen beschouwen als flexibele, buigzame twijgjes.” Daarmee probeert zij aan te geven dat ook de jeugd gevolgen ondervindt van de maatregelen en dat we daar niet te ‘makkelijk’ over moeten denken. Want ook de jeugd kent – soms letterlijk – een ‘breekpunt’. En niet alle schade is herstelbaar.
Hoewel ik de afgelopen keren dat de scholen dichtgingen vooral verdrietig was (en ik kan nog steeds boos worden om de abrupte sluiting vlak voor de kersvakantie), had ik er dit keer wel vrede mee. Die ene dag kon er ook nog wel bij. Dat kwam ook door de voornamelijk positieve reacties in de appgroep met alle ouders van de klas. Het merendeel reageerde met “Leuk, nog een dag spelen in de sneeuw!”. Ik was blij dat er ouders waren die er vooral een voordeel voor hun kind in zagen.
Want de afgelopen tijd verbaasde ik mij soms ook wel over ouders die het vooral voor zichzelf vervelend vonden dat de scholen dicht waren. En ja, ik snap het heus wel. Echt. Wij zaten in maart óók in dat schuitje: geen school, geen oppas/opvang en allebei thuiswerken (of iets wat erop leek). Ik had het toen ook zwaar en zag het soms even niet meer zitten. En klagen mág hoor, want het is ook allemaal k*t. Maar sinds de kerstvakantie vond ik het oprecht vooral heel vervelend voor de kleine jongen (en alle andere kinderen). Een mega-lange vakantie líjkt misschien leuk, maar dat is het niet. Kinderen willen regelmaat, structuur, nieuwe dingen leren, met klasgenootjes spelen, naar een juf opkijken, helpende hand zijn, etc. En niet thuis voor de zoveelste keer je speelgoed laten afpakken door je kleine zusje, of wéér Squla spelen op de tablet.
Dinsdag was het dus zover: eindelijk weer naar school! De kleine jongen was dolenthousiast en aan de foto’s te zien had hij een geslaagd feestje. En woensdag ontving ik gelijk weer een nieuwsbrief. Ik vond het mooi en veelbelovend om te lezen wat daarin stond: “De weken voor de voorjaarsvakantie willen we, naast het lesgeven, vooral aandacht besteden aan de sociaal-emotionele ontwikkeling en vooral weer op een fijne manier met elkaar op school werken.” Dat is dus precies wat ik bedoel. Naar school gaan betekent zoveel méér dan alleen maar lesstof tot je nemen. Ik ben blij dat deze school het snapt.
Ook de kleine dame mocht gisteren eindelijk weer naar de peuterspeelzaal. En hoewel ik dacht dat zij de gebruikelijke routine misschien allang vergeten was, rende ze ’s ochtends gelijk naar de kapstok om haar rugtas te pakken bij het horen van het woord ‘school’. Nog een bewijs dat kinderen écht meer doorhebben dan je denkt.
Volgende week kunnen ze nog een volle week genieten van het onderwijs, maar daarna is het alweer voorjaarsvakantie. Wat mij betreft hadden ze die ook wel mogen overslaan. Hossen en liters bier drinken tijdens aprés-ski en/of carnaval zit er dit jaar toch niet in, dus laat kinderen dan ook maar gewoon het onderwijs krijgen dat ze al zolang hebben moeten missen.
Een reactie op “Back to school”