Geschiedenis

De laatste tijd is er wat betreft de crisis eindelijk beter nieuws te lezen. Het aantal positieve testen en ziekenhuisopnames vermindert, er wordt weer versoepeld, en niet geheel onbelangrijk: met een beetje mazzel kunnen we ook deze zomer ‘gewoon’ weer naar het buitenland op vakantie. Dat positieve nieuws is allemaal leuk en aardig, maar verderop in de wereld ging het de laatste tijd ook behoorlijk mis. Zoals in Israël.

Nu hoor ik je denken: “oef, zwaar onderwerp voor een blog”. Wees gerust: ik ga hier het Gaza-conflict zeker niet proberen uit te leggen. De reden daarvoor? Het schijnt nogal een ingewikkelde toestand te zijn. En bovendien weet ik er te weinig van. Net zoals van andere historische gebeurtenissen. En dat is nu precies waar deze blog wél over gaat.

Ik heb het vak Geschiedenis eigenlijk nooit leuk gevonden. Op de basisschool werd dit altijd gegeven door meester E., die niet per se favoriet was (hij gaf ook Verkeer, dat vond ik ook stom…). Ook op de middelbare school interesseerde het mij weinig. De meeste geschiedenisleraren waren niet bepaald de knappe docenten die je als puber voor de klas wilt hebben staan (misschien roept het vak dat op zich af…?).

Er waren twee docenten die wél favoriet waren: meneer Van der L. en meneer Van der W. Zij maakten de geschiedenislessen interessant. Ze waren bovendien veel meer betrokken en begaan met de leerlingen. Zo gaf meneer Van der W. standaard een houten ‘1-jaar-verkerings-afwasborstel’ aan leerlingen die ‘al’ een jaar een relatie hadden. Die van mij ligt keurig in de speelgoedkeuken van de kleine jongen en dame, die er nog mee spelen ook.

Geschiedenis was niet moeilijk. Er viel niets te ‘snappen’ (in tegenstelling tot Wiskunde, maar breek me daar de bek niet over open…). Het was vooral veel lezen én stampen voor een toets. Jaartallen en tijdslijnen onthouden, dáár moest je goed in zijn om een voldoende te halen. En je huiswerk maken. Ook dat deed ik niet altijd, dus zelfs bij die favoriete leraar werd ik de klas uitgestuurd om het op de gang alsnog te maken.

Het verschilde ook per onderwerp wat ik wél interessant vond. Ik weet nog heel goed dat ik het Israël-Palestina conflict juist wel heel interessant vond en daar ook goede cijfers over haalde. Het verbaast me dus dat dit compleet is weggezakt. Speciaal voor deze blog ben ik mij gaan inlezen in de materie en het laatste nieuws. Conclusie: het is inderdaad ingewikkeld. En ook daarom ga ik het niet uitleggen.

Vorig jaar zomer was er ook plotseling zo’n moment dat ik werd meegesleept door een gebeurtenis uit de geschiedenis. In aanloop naar 11 juli 2020, de dag waarop 25 jaar geleden de val van Srebenica plaatsvond, werd de driedelige documentaire ‘De machteloze missie van Dutchbat’ uitgezonden. De indringende documentaire maakte veel reacties los en de persoonlijke interviews raakten de kijkers. Waaronder mijzelf. Ik was helemaal niet van plan de documentaire te kijken, maar zapte langs deel één, raakte geïntrigeerd en besloot te blijven hangen.

Natuurlijk had ik ooit ‘vaag’ iets gehoord en gelezen over Dutchbat. Maar de informatie kwam nooit helemaal binnen. Totdat ik de documentaire zag en pas echt begreep waarom het zo’n ongelooflijk machteloze strijd was. En waarom het zelfs na 26 jaar zo belangrijk was dat de Dutchbat III-veteranen alsnog erkenning van het Nederlandse kabinet kregen.

Ik heb geprobeerd onder woorden te brengen waarom deze documentaire zo’n enorme indruk op mij maakte. Maar het lukt me niet. Het was gewoon zó heftig (het feit dat ik alleen keek en ook nog eens flink laat op de avond hielp waarschijnlijk ook niet echt mee…). Eigenlijk zou je de documentaire gewoon zelf moeten bekijken (zie linkjes onderaan). Ik weet niet hoe de geschiedenislessen er tegenwoordig uitzien, maar dit soort documentaires hadden mijn interesse voor het vak destijds wel kunnen versterken. Het lijkt mij in ieder geval interessant lesmateriaal.

Vorige maand was er in de media een rel op geschiedenis-vlak. Lodewijk Asscher uitte op Twitter zijn kritiek op een spotprent van Maurice de Hond in De Volkskrant, die volgens Asscher te ongepast (zacht uitgedrukt) was in de aanloop naar Dodenherdenking op 4 mei. De karikatuur van Maurice de Hond was als illustratie geplaatst bij een verhaal over de Deventer Moordzaak. Maar de tekening refereerde volgens hem en de rest van Nederland vooral aan een antisemitisch nazistereotype.

Oef, dat is nogal wat. De Volkskrant ging door het stof en kwam met een uitgebreide verklaring. Op Twitter waren mensen verbolgen over het feit dat niet alleen de redacteuren van De Volkskrant, maar blijkbaar ook veel andere Nederlanders duidelijk geen ‘historisch besef’ hadden. Ik voelde me aangesproken. Want ik had werkelijk géén idee waar de spotprent naar verwees.

Maar is dat kwalijk? Je kunt toch niet álles weten? Natuurlijk is het niet zo dat ik niets van de Tweede Wereldoorlog weet, maar het staat nou ook weer niet bovenaan mijn interesse-lijstje. Mag je dat zeggen? Ik vind van wel. En ja, natuurlijk kun je de eind-/hoofd-/beeld-/redacteuren van De Volkskrant van alles verwijten. Want het is wel heel idioot toevallig dat notabene Maurice de Hond een Joodse achtergrond heeft. Wist dan echt niemand op de redactie waar ze mee bezig waren?

Het geeft maar weer aan dat je niet in alle schoolvakken even goed en/of geïnteresseerd kunt zijn. Mijn wederhelft en ik verschillen daarin ook als dag en nacht. Zo vond ik Aardrijkskunde en Frans helemaal geweldig. Hij niet. Zijn favoriete vakken waren Wiskunde en Scheikunde. Gelukkig is niet iedereen hetzelfde. Anders hadden wij hier thuis met twee accountants gezeten. Of met twee tekstschrijvers. Het is beter als je elkaar aanvult.

Tot zover deze geschiedenisles.

En hier de beloofde linkjes naar de Dutchbat-documentaire:

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s