Vorige week was ik weer eens iets vergeten wat een vriendin een paar dagen eerder tegen mij had verteld. Ik mag graag geloven dat deze zeer lichte vorm van kortetermijngeheugenverlies (mooi Scrabble-woord) het resultaat is van twee zwangerschappen, met als logisch gevolg: het hebben van twee kinderen.

Elke ouder zal beamen dat het runnen van het gezin en alles wat daarbij komt kijken een groot beroep doet op je organisatorische vaardigheden én je geheugen. Van ’s ochtends 7 uur (als je mazzel hebt) tot 8 uur ’s avonds (in ons geval) ben je maar met één ding (naast je werk) bezig: zorgen dat iedereen overal op tijd aanwezig is én dat er geen spullen of andere zaken worden vergeten. Alles wat je daarnaast extra moet onthouden, lukt gewoon niet meer.
Om te zorgen dat ik zo min mogelijk vergeet, maak ik gebruik van lijstjes. Op papier. Op mijn telefoon. En sinds kort ook op het whiteboard op mijn zolder-/werkkamer. TO DO staat er heel groot boven. En gedurende de dag/week streep ik daar met een beetje mazzel steeds wat dingen vanaf. Maar het lijstje lijkt wel nooit leeg te raken.
Op mijn werk is mijn Outlook heilig: alles wat ik moet doen staat in mijn agenda. E-mails waar ik nog geen aandacht aan heb besteed, staan in mijn Postvak IN. Die zijn meestal maar op één hand te tellen en dus is mijn mailbox over het algemeen zo goed als leeg (behalve op dinsdag, want op maandag werk ik niet maar de rest van e-mailend Nederland wel). Tot ergernis van mijn collega’s (“hoe doe je dat toch?!”). Een opgeruimd Postvak IN staat voor mij gelijk aan een opgeruimd hoofd. En zo komt het vrijwel nooit voor dat ik op mijn werk iets vergeet (tenzij ik het héél druk heb).
Thuis is mijn kalender heilig. Ja, dat lees je goed: kalender. Al sinds mijn wederhelft en ik samenwonen, gebruik ik een kalender voor al onze afspraken. Met kattenplaatjes. Van de Boekenvoordeel. Het handige aan deze kalender is dat je in één oogopslag kunt zien wat er per maand allemaal te gebeuren staat. Allerlei soorten afspraken staan erop, ook die van de kinderen (er bestaan ook zogenaamde ‘gezinsplanners’ maar die zijn vaak ontzettend duur en dat vind ik stom).
Het onhandige aan een kalender is natuurlijk dat je die nooit bij je hebt en dus eigenlijk nooit direct weet of je beschikbaar bent als iemand dat vraagt. Het fijne aan mijn geheugen is dat als ik eenmaal iets heb opgeschreven, het over het algemeen wel onthoud. Regelmatig krijg ik van mijn wederhelft via WhatsApp de vraag “kan ik dan?”. En vaak weet ik het antwoord dan wel uit mijn hoofd. Hij houdt de kalender namelijk niet bij en onthoudt dus ook vrijwel niets.
Nu hoor ik je denken: waarom schaf je geen papieren agenda aan? Of beter nog: waarom gebruik je de agenda in je telefoon niet? Die eerste zal ik waarschijnlijk altijd vergeten, dus dan heb ik er alsnog niks aan. Net als veel andere vrouwen wissel ik regelmatig van tas en dus worden ook regelmatig dingen vergeten. Zoals hoogstwaarschijnlijk die agenda. En die tweede? Het gebruik van de agenda op mijn telefoon krijg ik gewoon niet in mijn systeem. Ik heb het echt wel geprobeerd, maar een oude gewoonte raak je niet zomaar kwijt. Bovendien kijkt mijn wederhelft überhaupt niet in een agenda, dus aan gesynchroniseerde agenda’s hebben wij ook al niets.
En zo komt het dus voor dat als wij afspreken met vrienden en ik weet dat we gelijk een datum voor een nieuwe afspraak gaan plannen, dat ik dan foto’s maak van de kalender. Hopeloos ouderwets, ik weet het. Maar voor mij werkt het. Ik kan niet zeggen dat ik nooit de agenda in mijn telefoon zal gebruiken, maar voorlopig zit het er niet in.
Eigenlijk ben ik mijn hele leven al laat met nieuwe dingen (niet te verwarren met ergens te laat komen, want daar heb ik een hekel aan). Toen iedereen een mp3-speler had om muziek te luisteren, sleepte ik mijn discman nog overal mee naartoe. Mijn moeder had eerder WhatsApp op haar telefoon dan mij, omdat ik heel lang het nut er niet van in zag. We spreken inmiddels over meer dan tien jaar geleden, maar toch.
Iets minder lang geleden vond bij mij de introductie van de digitale camera plaats. Ik weet precies nog wanneer ik voor het laatst een analoge camera met fotorolletjes gebruikte, namelijk in 2014 toen we op pre-huwelijksreis naar Praag gingen. Het fotoboek van die vakantie bestaat nog uit ingeplakte foto’s. Een paar maanden later vond de ‘echte’ honeymoon naar Indonesië plaats en dat leverde tevens mijn allereerste digitale fotoboek op (dat kun je ook wel zien aan de creativiteit ervan).
Er zijn ook recentere voorbeelden. Sinds een paar weken hebben wij thuis Netflix en sindsdien is er een wereld voor ons opengegaan. Ik ben nogal een bingewatcher, dus in die korte tijd heb ik al twee series gekeken en ben ik nu met de derde en vierde bezig, die de rest van de wereld waarschijnlijk allang gezien heeft. Nog een paar seizoenen doorkijken en ik kan eindelijk ergens over meepraten.
Ergens bevalt het ook wel prima, laat zijn met nieuwe dingen. Laat eerst anderen er maar kennis mee maken, dan kan ik daarna advies inwinnen bij de gebruikers. Bij de aanschaf van nieuwe dingen (zoals mijn Fitbit laatst) zoek ik alle details en verschillen tot in de puntjes uit, en dan is het fijn als anderen er al ervaring mee hebben. Wat dat betreft vind ik het helemaal niet erg om soms ‘spuit elf’ te zijn.
(Tijdens de research voor deze blog kwam ik erachter dat de officiële uitdrukking eigenlijk ‘spuit elf geeft ook modder’ is. Zo leer je nog eens wat op latere leeftijd).
Een reactie op “Spuit elf”