Vorige week vrijdag waren mijn wederhelft en ik een nachtje weg in Amsterdam. Het was voor het eerst in drie jaar dat de kleine jongen én dame samen gingen logeren, dus ook voor het eerst sinds die tijd dat wij een heel etmaal voor onszelf hadden. We besloten het er maar gelijk van te nemen.

Ik boekte het Novotel, want daar zijn we sinds een paar jaar vaste klant. In het buitenland welteverstaan. Sinds we met de kinderen op vakantie gaan en een overnachting boeken op onze reis richting het zuiden (vroeger reden we dit ‘gewoon’ op één dag), kiezen we voor Novotel. Die hotels zijn altijd gunstig gelegen, kinderen slapen en ontbijten gratis en ze zijn ook op andere vlakken kindvriendelijk.
Zo krijgen kinderen standaard een welkomstcadeautje en is er in de meeste gevallen een speeltuin en een binnenspeelruimte. En het personeel is ook nog eens aardig tegen ze (óók als ze willen rennen in de ontbijtzaal). Mijn ouders kozen vroeger tijdens onze vakanties ook altijd voor Novotel. Ik had als kind een hele collectie aan ‘Dolfi’ items gespaard.
In Amsterdam werd het dus Novotel City, vlakbij station RAI. Bij binnenkomst kregen mijn wederhelft en ik allebei een voucher voor een gratis drankje in de hotelbar, want we waren inmiddels ‘Silver Member’. Een goed begin van het weekend. Daarna namen we de tram naar het centrum (véél leuker dan de metro), om een hapje te gaan eten.
Of nou ja, hapje…
Zoals altijd had ik van te voren uitgebreid bekeken waar we konden gaan eten. Ik ben niet zo bekend in Amsterdam wat dat betreft en wilde voorkomen dat we bij een of andere keten als Humphrey’s zouden belanden. Ik vind het altijd best wel leuk om dit soort dingen uit te zoeken (net als hotels, campings, etc.) en neem daar dan ook graag de tijd voor. Van restaurants die mij aanspreken bekijk ik vervolgens eerst de eigen website en het menu, de recensies en de ligging.
Uiteindelijk ontdekte ik dat de Restaurantweek 2021 met een maand verlengd was en dat maakte mijn zoekgebied al een stuk overzichtelijker. Het idee van de Restaurantweek is “voordelig luxe dineren bij toprestaurants” (niet mijn woorden). Dit sprak mij natuurlijk wel aan. Lang verhaal kort: het werd een 5-gangen ‘all-in’ diner bij Restaurant DenC (Dik & Cunningham).
Toen we binnenkwamen, zagen we gelijk dat we niet bij ‘zomaar’ een restaurant waren beland. Het leek wel alsof we in Oud-Zuid zaten. Het parelketting-gehalte lag erg hoog, net als de gemiddelde leeftijd overigens. We voelden ons nogal underdressed, maar hé, we hadden gereserveerd dus nu gaan we eten ook.
Naast ons zat een keurig uitziende dame op leeftijd met, vermoedelijk, haar zoon. De zoon was luidruchtig en werd door zijn moeder af en toe tot stilte gemaand. De moeder klaagde dat ze haar speciale thee (?) niet hadden en koos vervolgens groene thee met gember. “Waarom maken ze die thee altijd zo heet?” klaagde ze daarna tegen haar zoon. Die daarna de rekening van 150 euro betaalde (inclusief diner, niet alleen voor de thee uiteraard…).
Aan de andere kant van onze tafel zat een stel dat ons de hele avond heeft weten te amuseren. Dat hadden ze echter zelf niet door.
Voor de dame (uit een of ander Oost-Europees land) was niets goed. Vooral de wijn moest het ontgelden (en de mevrouw van de bediening, die de eigenaresse van het restaurant bleek). Het was óf te zoet, óf te droog, óf te fruitig. Ze had misschien wel zes verschillende wijnen geprobeerd, maar alles werd afgekeurd (moet je daar dan op een gegeven moment niet voor betalen denk ik dan). Als je alle beetjes bij elkaar optelt, heb je alsnog veel gedronken.
Zij en haar man probeerden steeds in gesprek (of discussie) te gaan met de eigenaresse, maar die liep op een gegeven moment gewoon van ze weg. Ook niet heel chic natuurlijk, maar de zaak zat mudjevol en zij moest met maar één andere collega álle tafels doen. En oh ja: de dame had het koud, dus of de airco uit mocht. Zucht. Ze zeiden tegen de eigenaresse “dat ze de volgende keer meer uitleg bij de wijnkaart wilden”. En wij dachten: zij hoopt vast dat er geen volgende keer meer komt…
Dit stel schetste echt zo’n negatief beeld van de rijkere mensch: hoe meer geld je hebt, hoe asocialer je wordt. Alsof je met zo’n status maar mag vragen (eisen) wat je wilt en iedereen om je heen mag rond commanderen. En dat nog normaal vinden ook. Mijn wederhelft en ik zijn fan van het televisieprogramma (hoe kan het ook anders) Below Deck Mediterranean, waarin het personeel van een luxe jacht wordt gevolgd. Zij krijgen ook te maken met de meest rijke, verwende, verwaande en veeleisende gasten. Alsof die mensen na het behalen van een bepaald bankrekeningsaldo al hun sociale vaardigheden verliezen. Dit stel was precies zo.
Ons eten én drinken was voortreffelijk. Omdat het een verrassingsmenu was en we de meeste dingen nog nooit eerder hadden gegeten (patrijs), kunnen we de meeste gerechten niet eens meer herhalen (er was ook iets met hert, dat weet ik nog wel). En bij elke gang zat een bijpassende wijn, opbouwend van wit naar rood. Naast de vijf gangen werden we getrakteerd op amuses met prosecco, dus na de laatste gang konden we allebei boe noch ba meer zeggen. Plannen om nog ‘de stad in te gaan’, belandden al vrij snel in de gracht. Terug naar het hotel was het enige dat we nog wilden. En slapen.
Op de een of andere manier presteren wij dit wel vaker in Amsterdam. De legendarische (gewonnen!) paaslunch bij het Wyndham Apollo Hotel in Amsterdam Oud-Zuid (het favoriete hotel van Dries Roelvink, die er toen ook bij was…) zullen wij niet snel vergeten. Ook toen hadden we na afloop grootse plannen, maar konden we naar vijf gangen en bijpassende wijnen geen stap extra meer zetten in de hoofdstad.
De volgende ochtend konden we heerlijk uitslapen en uitgebreid ontbijten, waarna we weer richting het centrum reden met de tram. Omdat je voor lekker winkelen/shoppen echt niet meer naar Amsterdam hoeft (wat een aanfluiting is de Kalverstraat), besloten we maar gewoon door de stad te gaan wandelen en een bezoek te brengen aan de Albert Cuyp Markt. Ik dacht altijd dat je daar voornamelijk kleding etc. kon kopen, dus het verbaasde me dat er zoveel kraampjes waren met allemaal lekker eten.
Het fijne aan de Albert Cuyp Markt was bovendien dat er vooral ‘gewone’ mensen liepen.
