De afgelopen dagen zijn we rijkelijk getrakteerd op (eindelijk) mooi weer. Het werd zelfs 17 graden, en dat in de lente! Ik ben groot voorstander en liefhebber van mooi zomerweer, maar deze periode van het jaar heeft ook een keerzijde.

Sinds een aantal weken ben ik namelijk doodmoe. Uitgeput. Normaal gesproken kunnen de avonden mij niet lang genoeg duren. Ik zet gerust om 23.30 uur nog een nieuwe Netflix-aflevering aan. Nu val ik rond een uur of 22.00 in slaap op de bank. ’s Ochtends kan ik niet uit bed komen en als ik de avond ervoor één glas wijn heb gedronken, dan voelt het de volgende ochtend alsof ik 12 uur lang op een festival heb gestaan. Normaal gesproken stond ik na een uurtje sporten ’s avonds nog na te stuiteren, nu sleep ik mezelf met moeite de trap op richting de douche.
Mijn wederhelft en ik dachten eerst nog dat het een nasleep van Tante Cor was, hoewel ik daar eigenlijk niet heel veel last van had. Maar ja, het zóu kunnen natuurlijk. Uiteindelijk zei ik als grapje: “Volgens mij heb ik last van voorjaarsmoeheid”. Wist ik veel dat dit dus gewoon bestáát.
Voorjaarsmoeheid blijkt dus wel degelijk een ‘ding’. Hormonaal gezien staat ons lichaam in deze tijd van het jaar nog in de ‘winterstand’, vanwege de koude en donkere periode die we achter de rug hebben. Het lichaam is daardoor in ruststand gegaan. De natuur schijnt dit zo voor ons geregeld te hebben: vroeger was er in de winter minder eten en dus moest je zuinig omgaan met je energie. Bij veel dieren zie je dat nog steeds: ze gaan in winterslaap. En bedankt, natuur.
Een andere reden is een tekort aan vitamine D. Je lichaam maakt vitamine D aan als de zon op je huid schijnt. Maar door het wegblijven van de zon in de wintermaanden, ben je aan het begin van het voorjaar vaak door je vitamine D-voorraad heen. En hierdoor kun je dus ook moe worden.
Wie last heeft van voorjaarsmoeheid, heeft minder energie, voelt zich futloos, ziet tegen dingen op, is sneller geprikkeld, reageert emotioneler op dingen en heeft een ander slaapritme dan normaal. Ik kan zo’n beetje alles aanvinken.
En ik ben dus niet de enige. Vorige week hoorde ik op de sportschool meerdere deelneemsters vertellen (klagen) over het feit dat ze geen energie hadden en zo vreselijk moe waren, zonder reden. Nou, die reden heb ik hier dus voor je. Waar anderen last hebben van een winterdip door de lange, donkere dagen en het gebrek aan licht, zijn er dus ook mensen die gevoelig zijn voor de overgang naar de lente.
Wat ik naast de futloosheid met name vervelend vind, is dat ik ook minder zin heb in dingen waarvan ik normaal gesproken juist energie krijg. Zoals sporten. En werken. Dat laatste klinkt misschien wat gek, maar mijn werk (tekstschrijven) is ook mijn hobby (of andersom?). Maar doordat ik minder energie heb, heb ik ook minder zin om ’s avonds aan het ‘werk’ te gaan voor bijvoorbeeld mijn blog of MWords. En overdag heb ik natuurlijk mijn werk voor UWV, waar mijn collega’s ook wel merken dat er minder energie in ‘hun’ tekstschrijver zit.
Overigens is het heus niet zo dat ik in een lentedip zit, of de ‘voorjaarsblues’ heb, hoor. Zo erg is het ook weer niet. Ik ben gewoon meer verbaasd dat mijn lijf aan zoiets ‘toegeeft’, terwijl mijn hoofd dit helemaal niet wil. Een lentedip (en de meer bekende winterdip) heeft trouwens een echte benaming, namelijk: Seasonal Affective Disorder (SAD).
Voorjaarsmoeheid begint al vroeg in het nieuwe seizoen en heeft dus niet per se iets te maken met de zomertijd die vorige week is ingegaan. Een vraag die je na het wisselen van de zomer- of wintertijd vaak krijgt, is: “En, hadden jullie nog last van het uur?” Last vind ik altijd een groot woord. Ik val in de categorie ‘zomer- en wintertijd ontkenners’, zoals ik in mijn blog in 2019 schreef. Doe gewoon alsof er niets veranderd is, dan heb je er ook geen last van.
De kleine jongen en dame leken zich er ook wel goed doorheen te slaan. De kleine jongen was zo wijs om zijn eigen wekker te verzetten, want zo vertelde hij: “de tijd op de tablet stond ineens anders.” En natuurlijk was daar de uiterst belangrijke vraag: “waarom is het eigenlijk nog zo licht als ik naar bed moet?”
Vorige week zaterdag en zondag hadden we behoorlijk drukke (en leuke!) dagen met de kinderen. We zochten de zon op, gingen naar een speeltuin, naar dansles, voetbal, nog een keer naar een speeltuin en ontvingen visite in de tuin. Niets leek er zondag op dat ‘het uurtje minder’ invloed had op onze dag. Tot de volgende ochtend.
We hadden om 8.00 uur een afspraak bij de tandarts in Wognum (waar ik naartoe ben gefietst, maar dat terzijde). Sowieso een onmogelijk tijdstip, maar zéker na een druk weekend met een uur minder. De kleine jongen en dame waren hun bed niet uit te krijgen en sliepen juist nu uit, tot het moment dat ze er toch écht uit moesten. Maar of dit nu echt ‘last hebben van’ was? Ik vind van niet.
Gelukkig voor mij (en blijkbaar vele anderen) gaat voorjaarsmoeheid ook vanzelf weer voorbij. Het verdwijnt meestal als het lichaam gewend is geraakt aan het nieuwe seizoen. En er zijn heuse ‘tips’ om de vermoeidheid te lijf te gaan: het zonlicht op zoeken, bewegen in de buitenlucht, leuke dingen doen, vitamine D-rijk voedsel eten, jezelf niet afzonderen en niet in bed blijven liggen (he, jammer).
Een laatste tip is om vanaf november een vitamine D-supplement te slikken, totdat de jas buiten weer uit kan. Nou, dan kan ik het hele jaar door wel pillen slikken, aangezien ik het altijd koud heb en het liefst zo lang mogelijk mijn winterjas draag…
Kortom: gezond leven is het beste ‘medicijn’ (dit deed ik juist al sinds een tijdje, maar oké). Ik kan in ieder geval niet wachten tot dit voorbij is. Mijn sportinstructrice kondigde afgelopen week aan dat we binnenkort weer buiten gaan sporten. Zelfs als koukleum kijk ik daar stiekem nu al naar uit.