Afgelopen dinsdag was ik aanwezig bij de jaarlijkse Uitgeversdag in Wageningen. Een belangrijke vervolgstap bij het schrijven van een boek is namelijk het vinden van een uitgever die mijn verhaal net zo briljant vindt als ik. Dat schijnt nog niet zo makkelijk te zijn, dus de Uitgeversdag kon een uitkomst bieden.

De aanloop naar deze dag kan ik het beste omschrijven als zenuwslopend. Ten eerste omdat ik tijdens de dag aan tafel zou mogen zitten met drie ‘echte’ uitgevers en omdat ik mijn boek zou mogen ‘pitchen’ bij ze. Dé kans om ze te overtuigen van mijn verhaal (vergelijk het maar met een sollicitatie voor een baan of een auditie). Maar bovenal was het spannend omdat ik mezelf had voorgenomen om met de auto naar Wageningen te gaan (later bleek dit een uitstekende keuze).
Autorijden is voor mij namelijk nog altijd niet vanzelfsprekend. Of nou ja, de bekende en kortere stukken gaan mij inmiddels moeiteloos af. Maar in mijn eentje naar Wageningen, op een dinsdag (lees: drukste dag van de week), in het donker, mét regen, dat is toch wel even andere koek. Voorafgaand aan deze dag had ik dus al meerdere slapeloze nachten gehad, met als toppunt de nacht ervoor. Niet echt uitgeslapen stapte ik om 06.45 uur de auto in, om anderhalf uur later ‘al’ in Wageningen te zijn.
De heenreis ging uiteindelijk prima. Onderweg hoorde ik op de radio dat er geen treinen reden naar Ede-Wageningen, vanwege personeelstekort bij ProRail. Het was dus achteraf de beste keuze om met de auto te gaan, anders was ik sowieso veel te laat gekomen.
De dag zelf was reuze-interessant. Tijdens het ochtendprogramma kregen we veel informatie over de verschillende soorten uitgeverijen die er zijn, wat het allemaal inhoudt als je zelf je boek uitgeeft (conclusie: dat ga ik dus niet doen), wat ‘boekmarketing’ is en hoe belangrijk dat is én we kregen de gelegenheid om onze ‘bookpitch’ (vergelijkbaar met een ‘elevatorpitch’) verder uit te werken en te oefenen.
’s Middags was er eerst een plenaire sessie, waarin iedereen vragen mocht stellen aan de uitgevers. Daarna was het dus tijd om bij ze aan tafel te schuiven. Dat voelde echt een beetje als solliciteren. Gelukkig had ik tijdens de lunch mijn pitch geoefend op drie andere schrijvers en zij waren direct enthousiast. Ook dat vond ik best spannend, want eigenlijk weet nog bijna niemand waar mijn boek over gaat. Zo’n eerste keer erover vertellen voelde toch een beetje gek. Maar ze waren enthousiast en vonden het heel spannend klinken.
Dat vonden twee van de drie uitgevers dus ook. Een van hen gaf aan dat ze op korte termijn op zoek is naar een ‘kort’ verhaal met mijn genre/thema. Superleuk om te horen natuurlijk! Ware het niet dat zij het dan alleen zou uitgeven als e-book. Tja.. daar heb ik dus helemaal niets mee. Als beginnend schrijver (ook wel ‘debutant’ genoemd in uitgeversland) wil je natuurlijk een ‘echt’ (lees: papieren) boek vasthouden, uitdelen en in je boekenkast zetten (en wie weet wel signeren, hahaha). Ik moet er dus nog even goed over nadenken of ik dat wel wil.
De tweede uitgever, uit Hoorn notabene, zag er ook wel iets in. Zij vertelde over een speciaal project dat ze elk jaar met tien schrijvers doet en dat sprak mij wel aan. Voor 2022 zit het project al vol, maar voor 2023 zoeken ze nog schrijvers. Ik heb afgelopen week dus direct een mail naar haar gestuurd voor meer informatie, want daar heb ik wel oren naar. Als je meedoet, wordt je boek namelijk sowieso uitgegeven én feestelijk gelanceerd. En 2023 is natuurlijk prima. Ik wil als sinds mijn 13e een boek uitbrengen, dus dat ene jaar extra wachten kan er ook nog wel bij. Wordt vervolgd dus…
Aan het einde van de dag was er nog een ‘netwerkborrel’ en sprak ik met een leeftijdsgenoot die óók freelance tekstschrijver is én mijn verhaal heel spannend vond klinken. We wisselden gegevens uit en spraken af om elkaars boek binnenkort te ‘proeflezen’.
Om 17.00 uur vond ik het mooi geweest. Al gauw kreeg ik weer klamme handjes, want ik moest natuurlijk ook nog terug naar huis rijden… De terugweg ging helaas minder soepel. Het regende keihard en ik belandde in de ene na de andere file. Ik had mezelf heel optimistisch voorgenomen om hoe dan ook te gaan sporten om 19.00 uur, maar nog op het parkeerterrein bleek dat al kansloos. De aankomsttijd zou 19.05 uur zijn. “Ach, een beetje later komen is niet erg”, dacht ik nog.
Om 18.30 uur stond ik echter nog steeds muurvast bij knooppunt Coenplein (voor wie dat niks zegt: dan moet je dus nog een takkeneind naar Heerhugowaard). Onderweg belde ik mijn instructrice om te zeggen dat ik later zou zijn. Het werd uiteindelijk 19.30 uur… Na 2,5 uur in de auto was ik er echt helemaal klaar mee, maar het halfuurtje mijn hoofd ‘leegsporten’ deed wonderen.
Al met al was het een erg geslaagde dag en ben ik veel te weten gekomen over alles wat te maken heeft met je boek uitgeven. En het heeft me aan het denken gezet over mijn eigen verhaal. Houd ik het kort (geschikt voor het e-book), of moet het juist nog veel langer (de meeste uitgeverijen willen voor een thriller 70.000 – 80.000 woorden, ik zit nu op 26.000…).
Blijf ik voor de doelgroep young adult schrijven (minimaal 40.000 woorden, geschikt voor 12-15+ jaar), of toch voor volwassenen? Bij elke keuze die je maakt, past weer een andere uitgever. De derde uitgever met wie ik sprak, geeft namelijk geen young adult uit. Wel ‘gewone’ thrillers. Wil ik dus bij hem ‘binnenkomen’, dan moet mijn hoofdpersonage 22 jaar zijn (ze is nu 18 jaar), zei hij.
Mijn oorspronkelijk idee voor mijn boek was een zogenaamde young adult novelle te schrijven. Een thriller van ongeveer 20.000 woorden, geschikt voor de leeftijd 15+. Er is één uitgever in Alkmaar die dat doet en daar zou ik héél graag een kans maken. Maar ja, die uitgever was nou net niet aanwezig, dus daar binnenkomen is niet eenvoudig.
Ik heb dus maar besloten om mijn kansen te spreiden. Je moet er ten slotte wat voor over hebben om je droom waar te maken.
4 reacties op ‘Uitgeversdag’